Overslaan en naar de inhoud gaan
Micky Hoogendijk

Micky Hoogendijk

Micky Hoogendijk

Micky Hoogendijk ontvangt mij in de verbouwde boerderijschuur waar zij woont en werkt sinds zij weer in Nederland is. Door de enorme ramen valt veel licht naar binnen, zij leeft met de natuur om zich heen. Een vrouw met vele talenten die hoog vliegt, maar ook tegenslag heeft gekend. Een warme ontmoeting.

Micky, Je bent directeur geweest van het bedrijf van kunstenaar Rob Scholte, je hebt gewerkt als actrice en model. Bij de Supperclub was je creatief directeur en inmiddels heb je internationaal succes als kunstfotografe. Er is veel gebeurd maar je lijkt steeds weer op een andere manier jouw pad te vinden en straalt kracht uit. Vertel…

Een journalist zei ooit; ‘Jij bent iemand die de Himalaya beklimt, halverwege naar beneden kijkt en denkt: Verdomme wat is het hoog!'. Zo is het ook een beetje. Ik moet hard werken om zaken weer recht te trekken en op te lossen, maar ik heb ook geleerd dat het altijd wel weer goed komt. Er zijn momenten geweest dat ik niet wist hoe ik alles weer aan elkaar moest knopen. Zo lang je gewoon maar de nieuwe dag pakt, merk je dat op een of andere manier alles weer gaat groeien en bloeien. Je moet het vanuit jezelf, diep van binnen, met de juiste intentie doen. De lol van het touwtje springen buiten, dat is het volgens mij.

Jouw moeder was getrouwd met kunstenaar Roelof Frankhof, op welke manier heeft hij invloed gehad op jouw creativiteit?

Acht jaar lang was er geen vader in mijn leven. Ik was blij dat er een man in huis kwam, eindelijk een papa, kinderlijk maar schattig. Roelof was 24 jaar ouder dan mijn moeder en woonde in een groot huis met atelier op een landgoed. Hij had veel boeken, was jager en kunstenaar. Roelof leerde mij perspectieftekenen, we schilderden samen en zongen opera. Het was een heerlijk huishouden en ik was van hem onder de indruk. Wat mijn creativiteit betreft was hij een grote inspiratie. Er werd bij ons thuis geleefd en gewerkt, net als ik nu doe. Ik vind het fijn mijn eigen ding te doen, maar het is mij ook met de paplepel ingegoten.

Mijn moeder leerde mij dat kunstenaars de andere kant van de medaille laten zien. Draai zaken om en kijk er op een andere manier naar. Haar vader was kunsthandelaar. Er kwamen allerlei mensen uit het creatieve circuit bij ons over de vloer, dat ga je als kind normaal vinden. Hans Snoek, de oprichter van het Scapino Ballet was mijn peetmoeder, televisiepionier Erik de Vries mijn peetvader. Als Mies Bouwman langskwam nam ik haar jas aan, met Joop den Uyl ging ik buiken en Willeke van Ammelrooy was voor mij een prachtige diva. Van iedereen heb ik iets meegekregen.

Roelof werkte hard en als iets niet lukte zette hij door. Dat leer ik ook, soms maak ik eerst lelijke dingen om vervolgens tot iets te komen. Daar vertrouw ik op, ik maak van alles, haal delen weg en kom terug bij een rustige en pure basis. Ik moet het gevoeld hebben, de weg zijn afgegaan, om het daarna terug te brengen naar waar het om gaat. Ik zoek diepte om de hoogte weer te kunnen pakken, ergens in mijn DNA zit blijkbaar een heftigheid die ik nodig heb.

Wat is, behalve de camera, het belangrijkste dat jouw moeder jou meegegeven heeft?

Toen ik 16 was ging ik op kamers wonen. Mijn moeder zat in de overgang en ik in de puberteit, dus dat was best heftig samen. Een jaar later vertelde ik haar dat ik weer in Amsterdam ging wonen, dat vond ze een goed idee. Haar vertrouwen gaf mij een basis. Het ging haar niet om de feiten, het ging dieper, ik weet niet of spiritueel het juiste woord is. Zij stimuleerde mij de creatieve kant uit te gaan. Ik maakte de Havo af aan de Vrije School in Amsterdam en wilde studeren aan de Media Academie. Erik de Vries gaf mij liefde mee voor televisie, dat leek mij het allerleukst.

In die tijd ontmoette ik Rob Scholte. Een half jaar later zat ik in het vliegtuig naar Japan en werd ik creatief directeur van een miljoenenbedrijf. Rob was mijn eerste liefde en hij was voor mij alles. Ik dacht niet na of ik al dan niet in Amsterdam moest blijven om te studeren. Ik ging samenleven met Rob, hij was dolverliefd op mij en ik op hem. We gingen samen naar Japan en maakten van alles mee. Natuurlijk koos ik voor hem.

Hoe kwam je tot de keuze fotograaf te worden?

Vlak voor mijn moeder overleed gaf zij mij mijn eerste camera, voor mijn gevoel vond ik haar na haar dood in die camera terug. Ik verhuisde met Adam naar Amerika en in San Francisco had ik tijd, voor mijzelf, mijn nieuwe liefde en mijn stiefdochter. Het groeide heel organisch, ik fotografeerde de stad, mensen, gebouwen, alles. Adam stond tijdens wandelingen te wachten met mijn tas, de schat. Tijdens het ontbijt dansten we in de keuken, daarna ging Adam naar zijn studio om daar podcasts op te nemen en ik ging naar mijn eigen studiootje in de tuin. In Los Angeles heb je prachtig licht, daar kun je uitstekend buiten werken. Langzaam bouwde ik een collectie op.

Tijdens een vakantie logeerden we bij Lex Harding op Bonaire. Om hem te bedanken maakte ik een persoonlijk boekje met foto’s van zijn huis, hij was degene die zei dat ik talent had. Adam vond dat ik de mening van ‘mijnheer Harding’ serieus moest nemen. Vervolgens belde een Nederlandse galeriehoudster die mij wilde vertegenwoordigen in Amerika. Zij had foto’s toegezonden gekregen van iemand die mijn werk op een expositie in New York had gezien.

Drie weken later had zij een expositie geregeld op een grote beurs in L.A. Mijn werken hingen naast die van Damien Hirst, dat was voor mij bijzonder want mijn eerste beeld was een ode aan hem. Nog een week later hingen mijn werken op een beurs in Washington DC. De Washington Post plaatste een foto van mij bij een artikel, dat was best een ding. De organisatie kwam enthousiast met de krant op ons af. Op dat moment zei ik tegen Adam; ‘Ik ga dit doen.’ Hij zei; ‘Dat is een goed idee, dat is goed voor mijn pensioen, dan kun jij mij straks onderhouden. ’Adam gaf mij het vertrouwen dat ik het kon.

In Los Angeles ontdekte ik hoe mooi ogen zijn. In veel van mijn foto’s kijken de modellen je recht aan. Mijn favoriete schilder Lucio Fontala zegt dat hij door de sneden die hij in zijn schilderijen maakt naar de kosmos wil. Hij zoekt connectie en wil contact maken, dat spreekt mij aan. Op mijn eerste expositie in Texas stond een vrouw lange tijd naar een werk van mij te kijken. Ze zei dat het leek alsof ze in haar eigen wereld verdween, door de ogen in het beeld. Dat vind ik een mooie gedachte, je ziet jezelf door de ogen van een ander. Het werk is een vehikel geworden van schoonheid, maar het gaat meer om de kijker.

In Amerika werkte ik vooral met dag- en maanlicht, in Nederland moest ik wennen aan de seizoenen. Omdat hier veel minder licht is, werk ik veel met lampen. Misschien ga ik weer reizen, of schilderen in de winter. De weg naar wat ik wil doen mag best lastig zijn, die uitdaging ga ik graag aan zo lang ik blij word van wat ik doe. Ik geloof niet dat je altijd gelukkig moet zijn, als het wat minder gaat vul ik mijn leven in per kwartier. Dan lijkt alles niet zo groot en merk ik beter dat kleine dingen lukken. Je wilt soms zoveel, dan heb je voor je gevoel weinig want er is nog veel meer. We beseffen vaak niet hoe rijk we zijn.

Volgens mijn beste vriendin neem ik een besluit om iets te doen, waarna ik het ook daadwerkelijk doe. Dat heb ik geleerd, zeg het en doe het ook. De mening van anderen is niet zo belangrijk, het gaat om wat je tegen jezelf zegt. Woorden zijn belangrijk als je ergens in wilt geloven, zeker als alles uit jezelf komt. De grap is dat ik in alles autodidact ben. De enige opleiding die ik heb gedaan is een acteeropleiding in Amerika, verder ben ik eigenlijk niet echt iets.

In mijn leven zijn deuren opengegaan. Toen ik bij Rob weg was, wist ik even niet wat ik zou gaan doen. Ik was 27 en was jarenlang mevrouw Rob Scholte geweest. Na een korte carrière als model volgde ik een paar acteerlessen en werd al snel gevraagd auditie te doen voor de grootste soapserie van Nederland. Ze namen mij aan, wat best debiel was. Twee jaar lang leerde ik en plein public, dat was lastig. Als ik iets spannend vind, doe ik het toch. Ook om de angst kwijt te raken.

Waar vind je inspiratie?

In mensen en dromen. Ik ga op mijn gevoel af, iemand zit in mijn systeem als ik bij een ontmoeting kippenvel krijg. Vervolgens droom ik en zie ik de persoon in een bepaalde setting. Ik heb gemerkt dat ik iets moet dromen voor ik het kan maken, het moet flowen. Slaap is een soort onderbewustzijn. Het voelt als een luchtbel die boven mij hangt waar veel meer gaande is,in die wereld functioneer ik het best. Mijn dromen hoef ik niet uit te leggen, ik probeer ze te onthouden. Ik schrijf zoveel mogelijk op of maak tekeningen, het zijn flitsen die ik wil maken. Nadat ik de portretten ‘Fish Eye’ had gedroomd ontmoette ik dezelfde middag een meisje met een prachtige arcadeboog. Op zo’n moment valt het op zijn plaats, het komt min of meer op mijn pad.

Waarom heb je gekozen in Brabant te gaan wonen?

Ik exposeerde in Eersel en logeerde vlakbij. Het was fijn hier, ’s morgens zat ik met mijn blote voeten in een weiland koffie te drinken en luisterde naar de vogels. Vervolgens vertelde iemand mij dat deze verbouwde schuur te huur was, dus liep ik naar binnen en zei dat ik hier ging wonen. Als ik geloof dat dingen met een reden gebeuren, kan ik vrij impulsief besluiten nemen. Ik weet niet of het waar is, maar het is mijn manier van leven.

Natuurlijk mis ik het dansen in het weekend, maar de natuur maakt veel goed. Ik zit hier centraal, vlakbij Eindhoven Airport, dus ik vlieg makkelijk naar mijn vrienden. Om mijn kunst te verdiepen heb ik rust nodig, ik wil alleen kunnen zijn. Hier is het stil, ik rijd paard en maak mooie wandelingen. Ik zit hier niet vast, de plek inspireert mij.

In welke zin verrijkt creativiteit het leven naar jouw idee?

Volgens mij is heel het leven creatief, we moeten het maar invullen. Je krijgt een soort toolbox zonder gebruiksaanwijzing. Maak je leven en neem zelf de verantwoording voor hoe je in het leven staat. Het gaat niet vanzelf, je moet jezelf helpen. Ik voel mij op momenten onzeker en bang, dan weet ik het echt even niet meer. Daar moet je doorheen. De naam van mijn tentoonstelling was; The Other Side of Fear is Freedom. Als je angst als een uitdaging ziet en je gaat erdoorheen, verdwijnt de angst. Het waarschuwt alleen voor iets, dat wil ik leren kennen en aanpakken.

Je zegt dat veel getalenteerde mensen hun creativiteit zijn kwijtgeraakt.

Julia Cameron heeft dit mooi beschreven in haar boek ‘The artists way’. Er zijn veel ‘locked creatives’. Mensen staan zichzelf vaak niet toe te doen wat ze graag willen doen vanwege redenen die zij zelf bedenken. Er zijn blokkades door meningen van ouders, leerkrachten of andere mensen uit de omgeving. Dit boek helpt je te doen wat je wilt, alsof iemand jouw hand vastpakt en zegt dat het okay is. Ik wil het doen, het maken, ik geniet ervan. Ik heb mijn kind-energie nodig en moet in mijn speelzone blijven om mijn werk te kunnen creëren.

Het is bijzonder als mensen mijn werk aankopen. Toen Museum Jan van der Togt (tegenwoordig Museum Jan) mij vroeg voor een grote tentoonstelling, verslikte ik mij in mijn koffie. Dat had ik niet verwacht, ik heb het als een cadeau ervaren. Misschien was het wat snel, maar ik heb er erg van genoten.

Het idee voor mijn serie naakten is ontstaan naar aanleiding van een dominee die het Genesis voordroeg. In het paradijs kende de mens geen schaamte, tot het eten van de boom van goed en kwaad, dat wilde ik verbeelden. Mijn modellen lopen naar je toe, dat maakt ze kwetsbaar. In L.A. werkte ik aan de serie toen MeToo en Time’s Up volop in het nieuws kwamen. Ik wilde de foto’s censureren maar tijdens het bewerken schoot ik uit. Er ontstonden vreemde beelden, een soort schimmen. Ze zijn nog steeds naakt, maar je ziet geen expliciete content meer. Eigenlijk is alles waar wij elkaar op beoordelen, zoals seksualiteit, huidskleur, geloof, cultuur, verdwenen. Toch zie je nog steeds de kracht van de mensen, het is alsof je de ziel ziet.

Heb je het gevoel dat je wordt gestuurd?

Ja, dat gevoel heb ik wel. In mijn leven zijn dingen zo keihard gestopt. Kennelijk moet ik daar dan niet zijn en is het tijd ergens anders te gaan kijken. Soms is het zo duidelijk dat ik moet omkeren, dat helpt mij op zo’n moment. Er gingen deuren dicht, het stopte, mijn kind ging dood. Dat was verdomd moeilijk. Maar altijd gaat er weer een andere deur open en voel je ineens de wind in je rug. Wat mijn relaties betreft ben ik mij bewust geweest waarom dingen anders moesten gaan. Ik ben ook zelf de katalysator geweest op het moment dat ik besefte dat het niet liep zoals het moest lopen. Niet zoals het hoefde te lopen. Er werd niet alleen door anderen voor mij besloten, ik wist dat ik niet meer vast wilde zitten in iets waar ik in vast zat. Een huwelijk of relatie hoeft niet een eindstation te zijn, de relatie met jezelf is de essentie.

Rob en Adam zijn sterke persoonlijkheden. Rob was 12 jaar ouder, ik werd met een megasprint volwassen. Met Adam heb ik ook veel meegemaakt, veel geleerd en veel gezien. Ik ben gegroeid en het heeft mij gebracht waar ik nu ben. Het verdriet van een relatie die over gaat heeft niet zozeer te maken met mijn kunst of met mijn werk. De verwerking heeft tijd nodig, het verbinden is intens. Tussen mijn eerste en tweede huwelijk zat twaalf jaar.

Ik ben een overlever, uiteindelijk heeft alles wat ik heb meegemaakt mij ook sterker gemaakt. Mij krijgen ze niet klein, mijn vrienden houden mij een spiegel voor. Als je op 24-jarige leeftijd een bom onder jouw auto krijgt en je ervaart dat de wereld fucked-up is, dat mensen liegen en bedriegen en je soms veel pijn doen, dan is het niet zo gek dat je een schild om je heen creëert. Dat schild kon ik heel goed gebruiken toen ik een bitch moest spelen in die soap. Ik kon het spelen omdat ik het begreep. Maar uiteindelijk heb je niets aan hardheid.

Pijn en verdriet heeft ook een mooie kant. Ik houd van oude en gebroken dingen. Als iets perfect is, is het minder interessant. Mensen zeggen dat mijn modellen zo mooi of perfect zijn, maar is dat wel zo? Hebben ze wel goed gekeken? Het is niet zo dat mooie mensen niet kwetsbaar zijn. Bij jonge mensen gaat nog veel veranderen maar ook meisjes van 8 hebben hun eigen ervaringen. De emotie en expressie geeft een bepaalde gelaagdheid. Het is feitelijk als acteren, met mensen in de studio maak ik dezelfde connectie. Alles komt bij elkaar, het is alleen de andere kant van de camera.

Wat ik fijn vind is als mensen niet oordelen of veroordelen, daar wordt de wereld een beetje mooier van. We zijn gewend om mensen in een hokje te plaatsen en houden ons met veel ruis bezig. Laat iedereen gewoon maar eens komen kijken in Brabant. Ik heb een mooie expositieruimte bij mijn woning, iedereen is hier welkom op afspraak.

 

Micky Hoogendijk
www.mickyhoogendijk.com

 

6 maart 2020
Interview en tekst: Monique Bakker