Skip to main content
Albert Groenheyde
Albert Groenheyde

Elisabeth Leyen

Op een gure winterdag loopt een kleine grande dame mij met een brede lach en open armen tegemoet. Haar ogen schitteren, de wind speelt met haar blonde haar. Elisabeth Leyen is een vrouw met een liefdevolle en open uitstraling. Haar warmte verspreidt ze moeiteloos, ze raakt je. De afgelopen 59 jaar heeft zij een bijzondere collectie aan schilderijtjes en gedichten in haar albums verzameld, die speciaal voor haar persoonlijk gemaakt zijn door gerenommeerde en minder bekende kunstenaars. Inmiddels heeft zij zes albums vol met kleine kunstwerkjes. Een bijzondere vrouw met een levensmissie.

Elisabeth Leyen:

Als klein meisje groeide ik op tussen de kunstenaars die vaak bij mijn ouders over de vloer kwamen. Mijn moeder was een flamboyante vrouw, zij was geliefd bij de mannelijke kunstenaars en mijn vader nam zijn vrienden regelmatig mee vissen in zijn bootje op zee. Mijn ouders hadden een gelukkig huwelijk, ik huppelde zorgeloos tussen alle ‘ooms’ en ‘tantes’, zoals je vrienden van je ouders destijds noemde, door.

In 1961 kreeg ik mijn eerste poëziealbum. Na mijn ouders vroeg ik ‘oom’ Matthieu iets in mijn album te schrijven. Kunstenaar Matthieu Wiegman woonde en werkte in zijn atelier op hetzelfde erf als wij en zei dat hij zich vereerd voelde. Hij schilderde een prachtig kunstwerkje speciaal voor mij.

Ik was graag bij oom Matthieu in zijn atelier, zat urenlang stilletjes naar hem te kijken in de koningsblauwe stoel achter hem. In mijn verbeelding haal ik alles zo weer terug, het gevoel dat ik kreeg als ik hem bezig zag, zijn manier van kijken, hoe zijn kunst tot leven kwam en de geur in het atelier. Hij schilderde met witte handschoenen aan omdat hij schilders eczeem had. Als hij uitlegde wat hij ging doen sprak hij op een bepaalde manier, fascinerend vond ik dat. Hoogstwaarschijnlijk is in deze periode mijn belangstelling voor kunst ontstaan.

Hij vroeg mij eens zijn stoel te lakken, samen met zijn stiefdochter Elly. Ik was 6 jaar en vond het een eer, voor mijn gevoel had ik een speciaal plaatsje in zijn hart. Op latere leeftijd maakte ik regelmatig zijn atelier schoon, in die tijd kreeg ik een schilderijtje van hem. Dit betrof een voorstudie voor een groot schilderij, het hangt nog steeds prominent bij mij in huis. Als ik naar het schilderijtje kijk komt het gevoel uit die periode in mijn jeugd weer terug.

Op het werkje dat oom Matthieu in mijn album geschilderd had, kreeg ik veel positieve reacties. Veel van de bevriende kunstenaars volgden dan ook als vanzelfsprekend het voorbeeld en zo jong als ik was besloot ik alleen nog kunst te verzamelen in mijn album. Inmiddels heb ik zes albums vol met speciaal voor mij persoonlijk gemaakte unieke kunstwerkjes en is het zevende album in de maak. Als jong meisje bedacht ik natuurlijk niet dat het mijn levenswerk zou worden, het was heel puur.

Alle werken in mijn albums zijn uniek, het betreft werken die niemand kent. In het eerste album komen vooral Bergense kunstenaars terug, dit waren bevriende buren waar ik altijd welkom was. Jany Roland Holst, de prins der Nederlandse dichters heeft een uniek gedicht voor mij geschreven in het album. Simeon ten Holt heeft een hele mooie pianocompositie in het album gemaakt. Twee jaar geleden heeft iemand voor het eerst de compositie voor mij gespeeld, het blijkt een lastige compositie te zijn.

Jaap Mooij, die zijn sporen als kunstenaar verdiend had, kwam na de geboorte van mijn dochter een enorme bos rode rozen brengen. ‘Het kindje krijgt al genoeg,’ zei hij, ‘deze zijn voor jou’. Dat had voor mij enorme emotionele waarde, hij was een man met een warm hart. David Kouwenaar ging vaak met mijn vader mee vissen, zij zagen samen menig keer de zon in zee zakken. Deze zonsondergang heeft hij in mijn album geschilderd. Hij schreef erbij: ‘Ter uitbreiding van een verbazingwekkende reeks ooms’.

Henk van de Idsert, een goede vriend van mijn vader, heeft een prachtig werkje geschilderd van een kunstwerk dat nog steeds te bewonderen is op een zijmuur van een appartementencomplex in Bergen aan Zee. Olga Nicolaïdes, destijds echtgenote van Kiek Schrieken die ook in het album terugkomt, maakte een applicatie van stof, een meisje in spijkerbroek, een rood truitje en lange blonde haren. Dat was ik destijds ten voeten uit, zij gaf mij eenvoudig maar krachtig weer.

Helaas is het mij niet gelukt Lucebert een bijdrage in mijn album te laten maken. Ik heb bij hem aangebeld maar zijn vrouw riep een huisvriend van hen naar de deur. Ze zei; ‘Mijn man is op vakantie, maar Bert kan wel iets voor je schrijven.’ Bert Schierbeek was aangesloten bij de Cobra Groep en redacteur van het tijdschrift ‘Het Woord’. Hij schreef een prachtig gedicht in mijn album met de titel; ‘De kracht van ontspannen water’.

Na het overlijden van oom Matthieu heb ik samen met Hans van Draanen, Kiek Schrieken, Heintje Vlasdonk, Slies Vlasdonk en Marcus van Hoorn zijn atelier gekraakt. Mijn ouders moesten destijds noodgedwongen verhuizen vanwege huurliberalisatie, de woning en het atelier zouden verkocht worden. Ik woonde nog bij mijn ouders met mijn dochtertje, wij stonden al een aantal jaren op de urgentielijst voor woonruimte.

Het atelier mocht ik niet huren maar ik wilde ook niet meer inwonen bij mijn ouders. Mijn vrienden wilden helpen, dus kraakten zij het atelier voor mij. De volgende morgen verlieten wij het weer waarna ik een paar nachten op een matrasje op de kale vloer in de lege woning heb geslapen. Uit wanhoop ging ik met matras en al naar het gemeentehuis waar ik, met mijn 3-jarige dochter, tot 's avonds laat binnen bleef zitten.

Uiteindelijk heb ik 3 weken in een hotel gewoond en daarna betrok ik het kleine huisje aan de Kleine Dorpsstraat. Binnen enkele uren stonden er andere gegadigden voor de deur aan wie het huisje ook toegezegd was. De ambtenaar van huisvesting, die mij lange tijd heeft lastiggevallen, had op deze wijze diverse woningen voor mijn neus weggekaapt, maar deze keer was ik hem voor. 

Toen ik 21 was duurde het steeds langer eer ik mijn album terugkreeg van de kunstenaars. Ik stopte ermee omdat ik dacht dat ik er te oud voor werd. Zes jaar later kwam Jan-Willem Frans, mijn buurjongen van vroeger en vriend voor het leven, vragen of hij mijn album nog eens in mocht zien. Hij vond het prachtig en stimuleerde mij het project weer op te pakken. Dankzij hem zette ik mijn missie voort.

Er zijn veel bijzondere verhalen voortgekomen uit alle ontmoetingen door het verzamelen van de kunstwerkjes in mijn albums. Anton Heyboer was de eerste kunstenaar die ik benaderde na de periode van stilte. De ouders van zijn vijfde bruid Petra woonden in het Palace Hotel in Zandvoort, waar ik mijn beelden exposeerde. Ik had een fijne band met deze mensen, zij wilden een bronzen beeld uit hun collectie verkopen, deze heb ik op een hartverwarmende manier geruild tegen een werk van mij.

De moeder van Petra vertelde dat zij eerst zelf een relatie met Anton Heyboer had gehad, waarna zij Petra aan hem voorstelde. Anton kwam, nadat zij hem gevraagd had, in zijn Range Rover met zijn bruiden naar het hotel. Op de foto zijn ze net aangekomen, zijn bruiden zitten met de moeder van Petra op de motorkap. De bijdrage van Anton is een passage uit een groot schilderij dat hij in die periode heeft gemaakt. Dit schilderij, “La famille qui pense”, wordt beschreven in het boek dat zijn tweede vrouw Erna schreef over haar leven met hem. Hij heeft een stempel van Den Ilp in het werk gezet, een grappig detail.

Ans Wortel realiseerde zich pas dat ik haar feitelijk had gevraagd een schilderijtje te maken toen ik al bij haar thuis was. Ze zei: ‘Godverdorie, klerewijf dat je bent! Ik wist niet dat dat de bedoeling was!’ Ze kon je de huid volschelden maar het was zo’n lief mens. Toen ik mijn boekje ophaalde vroeg ze of ik haar vaker wilde bezoeken, zij woonde destijds in het huidige Museum Kranenburgh.

Ze vertelde mij alles over haar liefdesleven, over haar voorkeur voor mannen met een donkere huidskleur. Mannen die ouder waren confronteerden haar met haar eigen vergankelijkheid, daarom deelde ze het bed het liefst met mannen van 30 jaar of jonger. Na haar 60e besloot ze dat ze geen seks meer wilde omdat ze haar lichaam esthetisch niet meer zo mooi vond, dat wilde ze mannen niet aandoen. Feitelijk had ze haar liefdesleven tot kunst verheven. Toen ik haar veel later weer tegenkwam in het ziekenhuis liep ze met mij mee naar de niet-roken afdeling, waar zij zonder gene een sigaret aanstak. Ik ben blij dat ik haar nog ontmoet heb, een paar maanden later is zij gestorven.

Willem Hopman kende ik niet persoonlijk, een vriendin van mij kreeg les van hem. Aan haar gaf ik mijn album mee, zij vroeg hem er iets in te maken. Toen ik mijn album terugkreeg en open sloeg was ik verbijsterd. Met mijn toenmalige partner betrok ik een appartement op de 17e verdieping, met uitzicht op zee. Hij bleek exact het uitzicht vanuit mijn nieuwe appartement te hebben geschilderd. Ik ben bij hem langsgegaan om hem te bedanken, toen zei hij dat hij het gevoel had dat hij dit voor mij moest schilderen. Hij wist niets van mij of waar ik woonde.

Bennie Min is familie van dichteres Neeltje Maria Min. Zij schilderde het huisje aan de Kleine Dorpsstraat in Bergen waar ik woonde. Het was een soort poppenhuisje waar veel grond omheen lag, ik betaalde daar 86,88 gulden per maand aan huur. Het was een zoete inval in mijn huisje, een vrolijke herinnering aan een mooie tijd.

Jan Wolkers heeft mijn album een jaar gehouden. Hij heeft er uiteindelijk een uniek gedicht in geschreven. Jules Deelder fascineerde mij, ik vroeg hem om een bijdrage na een voorstelling van hem die ik bezocht. Hij schreef gehurkt à la minute een gedicht in het album. Bob Denneboom stond bekend om zijn naakten, maar heeft in zijn nadagen een heel bijzonder gedicht voor mij geschreven.

Beeldend kunstenaar Erwin de Vries bezocht ik in Paramaribo, ik werd daar zo hartelijk ontvangen. Mijn schoonzusje had zijn adres en ging met mijn man en mij mee. Erwin vond het geweldig, vrouwen op visite. In Nederland tekende hij een schets van het beeld Nationaal Monument Slavernijverleden in mijn album, dat in het Oosterpark in Amsterdam staat. Jaren later heb ik hem nogmaals opgezocht. Hij nodigde mij uit voor de onthulling van het monument, waar ook koningin Beatrix aanwezig was en ik kreeg een persoonlijke uitnodiging voor zijn 80e verjaardag, die hij groots vierde in Galerie Nola Hatterman. Hij overleed op 88-jarige leeftijd.

Marte Röling ontving mij met een heerlijke high tea in haar woning in het noorden van Groningen. Zij leidde mij rond in haar huis en atelier en ik liet mijn album bij haar achter. Om te voorkomen dat het kwijt zou raken tussen paperassen, belde ik haar diverse keren om haar eraan te herinneren. Zij bracht mijn album persoonlijk bij mij terug en nam alle tijd. Marte is uitgeroepen tot briljanten kunstenaar van het jaar en onderscheiden in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Deze albums hebben zo’n enorme impact gehad op mijn leven, ik heb elke ontmoeting beschreven, ze hebben allemaal hun eigen verhaal. Als ik een kunstenaar wil vragen is dit een wensgedachte. Dan bedenk ik hoe ik in contact kan komen en op een gegeven moment is het er gewoon. Ik bezoek de kunstenaars in hun atelier of thuis, ga naar openingen van tentoonstellingen of voorstellingen waar zij aanwezig zijn. Ik doe er alles voor om ze te spreken te krijgen en vraag het ze gewoon. Als je niets vraagt, gebeurt er niets in het leven. Je moet wel je best doen als je iets wilt bereiken.

Als kind leefde ik al op gevoel. Ik ontdekte door mijn ervaringen dat als je op jezelf en het universum vertrouwt, alles vanzelf goedkomt. Mijn hartsvriendin overleed plotseling en stond ’s nachts ineens aan mijn bed. De dag voor haar overlijden had ik haar nog gezien. Ik bleef heel rustig, maar vanaf dat moment wist ik dat er meer moest zijn. Mijn hoofdleraar op de lagere school schreef in mijn album; ‘Je staat er versteld van wat je kunt, als je maar probeert.’ Dit is mijn lijfspreuk geworden.

Elisabeth Leyen heeft zes albums vol met een diversiteit aan schilderijtjes, gedichten en verhalen, speciaal voor haar gemaakt door bekende en minder bekende kunstenaars. Het zevende album is in de maak. Elisabeth is beeldend kunstenaar en organiseert komend jaar tijdens de Kunst10Daagse Bergen voor de tiende keer een grote expositie Stalkunst9 aan de Voert in Bergen. Zij heeft vele cursussen gevolgd bij hoogstaande kunstenaars en maakt Raku-gestookte beelden, zowel in opdracht als vrij werk.

Te zijner tijd wil Elisabeth haar albums aan een vooraanstaand museum schenken. Alle werkjes zijn origineel op formaat 22 bij 14 cm. Alle deelnemers heeft zij persoonlijk ontmoet, wat een meerwaarde geeft aan dit project. Haar doel is om kunst en poëzie te verbinden en een mooi tijdsbeeld achter te laten van haar leven.

Albumgeschiedenis:

Album 1
Matthieu Wiegman - Jany Ronald Holst - Henk van de Idsert - Henri Ten Holt - Simeon Ten Holt - Olga Nikolaidis - Kiek Schrieken - Hans van Draanen - Marcus van Hoorn - H.A. Mc Kay - Jaap Mooy - David Kouwenaar - Gerrit Kouwenaar - Nico Berkhout - Gerda Vosman - Han Wellerdieck - Bert Schierbeek - Neeltje Maria Min - Ans Wortel - Anton Heijboer - Willem Hopman - Bennie Min - Bob Denneboom – Braquart - Jules Deelder - Frans van Erkelen - Simon Vinkenoog - Harry van den Broek - Patries van Elsen - Michiel Hertroys - Rob Clous - Jan Wolkers - Erwin de Vries.  

Album 2
Kees Verkade - Willem Gorter - Marianne Fakkers - Ger Polak - Ma Hui - Johannes Christopher Gérard - Sam Middleton - Roger Raveel - Jean Thomassen - Hans Blank - Marijke van Wijk - Pat Andrea - Matthijs Röling - Herman Gordijn – Armando - Geertjan Jansen - Tom Pret - Aat Veldhoen - Hans Verhoef - Dick Bruna - Rutger Kopland - Ton Eijzenbach - Anton Korteweg - Remco Campert -Hans Kanters - Ans Markus - Alfred Ophof - Sam Drukker - Peter Klashorst - Jana Beranova - Herman Markard - Bart Chabot - Marte Röling - Ana Rosenzweig - Mary Koekenbier - Jan Sierhuis - Rian van Nieuwkerk & Schilder Hermanus.  

Album 3
Clemens Briels -Ton Schulten - Astrid Engels - Theo van den Boogaard - Tsaad Bruinja & Ramon Verberne - Ada Breedveld - Jorge.F. Zimmermann - Lena Lafaki - Joke Frima - Ad Verstijne - Barbara Broekman - Elly de Waard - Ad Groot - Eric Winder - Be J Birza - Maya Wildevuur - Erik Tierolf - Ewoud de Groot - Gerard van der Leeden & Charlotte Kruijmel - Theo Olthuis - Rob Scholte - Ron Moret - Peter van Poppel - Vincent Bakkum - Peter Bes - Hans Leijerzapf - Mischa de Vreede - Hans Tentije.

Album 4
Adriaan van Dis - Niek van der Plas - Pauline Bakker - Redmer Hoekstra - Annemiek Punt - Jean Pierre Rawie - Bianca Leusink - Ivo de Wijs - Guus van Eck - Robbert Doelwijt - Michiel Schrijver - Judith Stam - George Struikelblok - Marius van Dokkum - Roland van den Heuvel - Suus Suiker - Hans Innemée - Gea Karhof - Jaap Ploos van Amstel - Jan van der Pol - Jeroen Hermkens - Klaas Gubbels - Herman van Veen - Annie Meussen - Jasper Oostland - Candace Charlton - Hans Wap - Annelies Jonkhart - Marcel Schellekens - Jacques Tange - Hans Andringa - Gerrie Wachtmeester - Rem de Boer.

Album 5
Lita Cabellut - Paul Christiaan Bos - Nico Dijkshoorn - P. Kouwes - Fabrice Hünd - Anton Martineau - Drago Pecenica - Ger Stallenberg - Maggi Giles – Faranú - Diet Wiegman - Harry Agema - Hella Maas - Pieter Boskma - Arthur Japin - Peter Harskamp - Margreet Schouwenaar - Elly Stolwijk - Siet Zuyderland - Aad Hoetjes - Claire van Stolk - Adri Kortekaas - Huub Oosterhuis - Dorry van de Winkel - Anita Walsmit Sachs - Philip Hopman - Gezien van de Riet - Jabik Veenbaas - Ton Albers - Reinoud van Vught - Henk Schiffmacher - Rob Houdijk - Herman de Vries - Frank Starik - Dinie Boogaart - Grietje Postma - Hans Verhagen.

Album 6
Jan Kruis - Tjalf Sparnaay - Alselm Grün - Soeki Irodikromo - Evert van Hemert - Dick Pieters - Len Munnik - Marianne Naerebout - Anton Vrede - Simon Schrikker - Toos van Holstein - Gerard Huysman - Albert Groenheyde - Suzanne Tuynman - Sjoerd Kuyper - Youp van het Hek - Roos van der Meijden - Christa Hoek - Jan van Haasteren - Wouter Stips - Marc Lange - Jan Groenhart, Ard Doko, Barney Agerbeek, Kartika Affandi, Karel Wasch, Kees van de Nes, Ludwig Volbeda.

 

13 maart 2020
Interview en tekst: Monique Bakker