Herman van Veen
Het Herman van Veen Arts center is gevestigd op Landgoed De Paltz, een fantastische locatie midden in een bijna 100 hectare groot beschermd natuurgebied in Soestduinen. Hier worden jonge theatermakers, muzikanten en beeldend kunstenaars begeleid. De firma Harlekijn geeft hen de mogelijkheid hun begaafdheden te ontwikkelen en te tonen in een bij uitstek natuurlijke omgeving. In het Arts Center worden exposities, concerten, voorstellingen en lezingen georganiseerd. Dit jaar viert Herman van Veen zijn 75e verjaardag.
Herman van Veen:
In het voormalig gemeentehuis van Westbroek startte ik in 1966 onze firma Harlekijn, daarna verhuisden we naar de Ambachtstraat in Utrecht en nu zijn wij op dit landgoed gevestigd. Het Herman van Veen Art Center is feitelijk een landgoed in een landgoed, ongelooflijk mooi. Dit natuurgebied beslaat in totaal duizenden hectaren.
U wordt dit jaar 75, de firma Harlekijn bestaat 55 jaar. Heeft u een idee wat maakt dat u zoveel mensen al jaren raakt met alles wat u doet?
Dat kan ik niet zeggen. Ik weet alleen wat andere mensen mij vertellen. Een aantal jaren geleden speelden wij samen met een groep muzikanten uit Noord-Afrika en één van die muzikanten bleef naar mij kijken. Ik kende hem niet. Edith vroeg waarom hij zo naar mij keek en hij antwoordde; ‘Ik heb niet eerder iemand gezien met zo’n kalme passie. Ik begrijp het niet, maar toch begrijp ik het ook wel.’ Ik denk dat het terug te leiden is naar mijn ouders. Mijn vader kon op zo’n manier over een viswater vertellen dat je naar dat water toe wilde. Een soort bewondering voor iets, dat hij zó mooi vond. Mijn moeder had hetzelfde.
Elk mens is uniek. Kijk naar buiten, wat daar is ontstaan, kan ik niet creëren. Ik kan niet op tegen het scheppen van een boom, niemand kan dat. Dus daar kan ik heel rustig in zijn. Wat ik maak en doe is uniek. Het heeft te maken met authenticiteit.
Wat mij de afgelopen 50-60 jaar is opgevallen bij het begeleiden van jongeren, is dat het feit dat je oprecht geïnteresseerd bent een verschil maakt. Als ik zeg: ‘Luister eens, jij bent de mooiste jij. Niemand is mooier dan jij, want er is geen ander zoals jij.’ dan is dat voor veel jongeren al bijzonder aangenaam om te begrijpen.
Als kinderen naar een voorstelling komen kijken zitten zij barstensvol energie als ze hier aankomen. Ik begin mijn verhaal, ‘Er was eens…’, maar ze zijn soms te uitgelaten om te luisteren. Dan pak ik een blaadje van de grond, toon deze aan één van de kinderen en vertel hem dat hij de hoofdprijs krijgt als hij hetzelfde blaadje vindt. De anderen gaan helpen en ze kunnen hun energie even kwijt. Het lukt niemand twee identieke blaadjes te vinden. Zo zit de wereld eenvoudigweg in elkaar, dus waarom zou je bescheiden zijn. Je wordt omgeven door iets dat niemand begrijpt, het is niet uit te leggen. Het ontstaan van onze soort of het functioneren van onze hersenen, het is een groot raadsel allemaal.
De jongeren waar wij mee werken studeren aan de toneelschool, het conservatorium of een hogeschool. Beeldend kunstenaars selecteren wij samen met Stichting De Plaatsmaker in Utrecht. Het is voor jonge kunstenaars lastig om expositieruimte te vinden, daarom bieden wij hen de gelegenheid hun werk onder de aandacht te brengen in onze galerie. Gelijktijdig exposeert een gerenommeerde kunstenaar, dit versterkt elkaar enorm. Mijn kunstwerken worden permanent getoond.
Als de acteurs en muzikanten hier langere tijd met elkaar repeteren, gebeurt er van alles. In dit vak koester je problemen die je tegenkomt, want daar zit de oplossing. Als je de confrontatie aan gaat, kun je het probleem leren kennen. Je moet er doorheen anders krijg je een papegaai-effect. Het is een ontdekkingsreis, met kleine pasjes en geen trede die overgeslagen wordt. Het gaat om het geheel dat het interessant maakt.
Het is de betovering die je stil laat staan in de gang, in het bezig zijn. Een gebaar van een danser waarvan je denkt; Waar komt dit vandaan? Hoe is het mogelijk dat iets of iemand je zo kan betoveren. Eén van onze danseressen zie je pas echt als de muziek begint te spelen en zij gaat dansen. Als zij danst kan ik niet ophouden naar haar te kijken. Zij danst zo onvoorstelbaar licht, ik begrijp niet wat er gebeurt. Als de muziek stopt is ze weer verdwenen, alsof ze in een kast of in een enveloppe verdwijnt. Als de muziek weer begint is ze er weer. Verwondering.
Ik was eens in Chicago voor een optreden, op een middag bezocht ik daar een balletvoorstelling. Ik zat in gedachten verzonken toen een man het podium op danste die de grond niet raakte. Ik wist niet wat ik zag, het was alsof hij de zwaartekracht omdraaide. Dit was Baryshnikov. Ik ben mij in hem gaan verdiepen en ontdekte dat hij de oprichter is van het Baryshnikov Arts Center (BAC) in New York. Hij werd voor mij een bron van inspiratie, het Herman van Veen Arts Center is een zusje van BAC. Ik leerde door zijn zienswijze, dat wij de onderdelen van Harlekijn bij elkaar moesten brengen. 10 Jaar geleden zag ik Baryshnikov weer optreden, hij was begin 60, een elfje. Hij had net zo goed 18 kunnen zijn, of 12. Hij bracht zijn passie op mij over. Herman van Veen Arts Center is ontstaan vanuit zijn inspiratie.
Vertel kinderen een verhaal over kabouters en zij nemen het aan. Het gaat niet slechts om wat je ziet, maar om wat er óók te vertellen is. In mijn manier van theater maken, probeer ik abstract te zijn met een duidelijk doel. Ik bewonder Johann Sebastian Bach. Je weet dat als bij hem een melodie naar boven gaat, deze tegelijkertijd naar beneden loopt. Dus als je de melodie naar boven hoort, hoef je bijna niet meer naar de melodie naar beneden te luisteren omdat je weet dat die er is. Dat vind ik ook fascinerend aan kunst. Picasso is een interessant voorbeeld, hij liet naarmate hij ouder werd steeds meer weg. De aanwezigheid van het weglaten. Dat is de rijkdom van wat niet geschilderd is, het was al geschilderd dus waarom zou je het dan nog eens schilderen. Picasso kon in één streep verbeelden wat hij wilde laten zien, daar is moed en kennis voor nodig.
Veel is voor mij, zoals Disney mooi zegt: imagineering, verbeelding. Ik verwijs naar die verbeelding in taal, muziek of beeld. Op een gegeven ogenblik wordt het waar. Op het doek, in een boek, iemand, een huis, een omgeving. Je ziet iets op televisie en je zou de bladzijde om willen slaan om erachter te kijken, maar dat gaat niet. Er is al een knip gemaakt, begrijp je, dus je kunt er niet komen. Fascinerend.
133 Voorstellingen speel ik dit jaar in Nederland en België, vorig jaar speelde ik 80 voorstellingen in Oostenrijk, Zwitserland en Duitsland. Daarbij schilder ik, de begeleiding van jongeren is intensiever dan ooit. Dit jaar word ik 75, maar het lijkt of ik meer energie krijg in plaats van minder. Wat ik doe is effectiever door de ervaring en de kennis die ik inmiddels heb opgebouwd. Dit jaar ben ik weer uitgenodigd als commentator voor het prestigieuze Koningin Elizabeth Concours in Brussel, de violisten. Ik merk dat ik in één oogopslag zoveel kan zien. Ik speel 63 jaar viool en heb zoveel violisten zien spelen. Door de manier van leren, van spelen, is het leven hoog tegenwoordig. Ik zou met mijn eindexamen Viool waarschijnlijk niet eens meer toegelaten worden op het conservatorium. Mensen zijn verder dan ooit. Ik ben afgestudeerd als muziekleraar, dat was waar mijn hart lag. Uiteindelijk is nu alles bij elkaar gekomen.
Ik heb heel sterk het gevoel dat ik reik naar iets dat zich steeds vaker aandient. Het kan een blik zijn, een gebaar, een streek of een woord, waarvan ik weet dat het is wat ik zocht terwijl ik niet aan het zoeken was. Het overkomt mij. Soms ben ik op een avond aan het zingen en valt licht, geluid, het publiek en iedereen die meewerkt perfect samen als een Mikadospel. Er beweegt niets als je er iets uithaalt, terwijl alles bij wijze van spreken beweegt. Niemand heeft het gezien, toch vraagt iedereen zich af wat er gebeurd is.
Hetzelfde kan ik hebben tijdens een wandeling, of als ik luister naar iemand die speelt in een concertzaal. Ineens krijg ik kippenvel over mijn hele lijf omdat iets op zijn plek valt en ik absoluut niet kan definiëren hoe dat mogelijk is. Ik gebruik wel eens het woord ‘tijdkruis’. Alsof je op een punt komt waarop de dingen ogenschijnlijk zonder bedoeling bij elkaar komen en waar jij dan even helemaal blij van wordt. Hoe vaker ik in staat ben om dit op te roepen, hoe dichter ik bij mijzelf kom. Het doel dat ik blijkbaar nastreef of wie ik zou willen zijn.
Muzikanten spelen op elkaars adem, als ik ga zingen zie je dat ik diep ademhaal. Als de mensen met wie ik speel daar goed naar kijken zet iedereen tegelijk in. Soms zit er ruis op die beweging, of op mijn adem. Of er zit ruis op een waarneming omdat net op dat moment iets voorvalt. Dan krijg je pa-taa, dat is niet hoe het moet zijn. Als het samenvalt, in harmonie of inzet, dan zie je iedereen gelukkig worden en ontstaat een hele mooie energie. In een theater, museum of in een stadion, overal is dat perfecte moment hetzelfde. Focus, concentratie, zorg, machteloosheid en ineens..
Bij driebanden kan iemand een stoot maken, waarbij degene die de stoot gemaakt heeft weet dat de stoot goed was. Dat heeft hij gevoeld. Dan komt het moment suprême, het klotsen van de ballen. Hij hoeft er niet naar te kijken want het geluk zit in het oor. Dat is groots. Het zit in biljarten, in sport, in schilderkunst, in politiek, in het onderwijs, in eenieder die met een ambacht bezig is. Zo lang je probeert bereik je het ultieme niet. Op het moment dat je het proberen opgeeft komt die parabool.
Let u op reacties die uw kunst bij mensen teweegbrengt?
Naar aanleiding van een gedicht van Vasalis heb ik een schilderij gemaakt. In haar poëzie en haar werken legt zij dingen uit, het is alsof zij ze voor mij gemaakt heeft. Op bepaalde momenten in mijn leven is zij belangrijk voor mij geweest. Het schilderij is een beetje raadselachtig, diep en afgesloten. Je kunt erin, maar toch ook weer niet. Je kunt ernaar reiken, maar je weet dat het niet lukt. Toch is het niet hermetisch. Een mevrouw komt zo nu en dan voor dit doek bidden, zij vertelde dat het doek iets opent naar een punt in haar leven. Dat zij dit ervaart is bijzonder, blijkbaar is het gelukt de emotie in het schilderij te vangen. Ik exposeerde dit werk in Museum Singer Laren, toen al bleek dat het een bijzonder werk is. Er is iemand geinteresseerd het werk aan te kopen, maar ik aarzel. Ik kan niet precies zeggen wat er mee is, er zal wellicht een antwoord op komen.
Heeft u een wens, met betrekking tot uw kunst?
In De Hermitage in Amsterdam zou ik graag een bepaalde hal vullen met een schilderij. Er valt een licht van verbluffende schoonheid op die muur, sinds kort droom ik ervan een werk voor deze muur te maken. Dit weet niemand verder, maar ik heb het gevoel dat die muur mij bij wijze van spreken binnenkort gaat bellen. Gebeurt dit niet dan is het ook goed. Ik kan wel zeggen dat dit een ambitie van mij is omdat ik denk dat ik iets onvergetelijks kan schilderen voor die muur. Ik heb mijn voetstappen al gehoord, het begint vaak met een visualisatie.
In een boek las ik een verhaal over een vrouw die een theater bezocht dat ik niet kende. Op zo’n moment ga ik in gedachten naar dat theater en visualiseer dat ik daar speel. Op een dag sprak ik iemand die wist te vertellen dat het theater Du Gymnase Marie-Bell heet, een theater dat al 200 jaar bestaat. Ik heb er gespeeld. Het gaat niet altijd zo, maar vaak wel.
In Parijs, aan het einde van des Champs-Élysées, is Théâtre de la Ville, Espace Pierre Cardin gevestigd. Een prachtig wit theater met een rood interieur. Een Poolse baron die ik ken is de secretaris van Pierre Cardin, ik vertelde hem dat ik graag in dat theater wilde spelen. Hij besprak het met de heer Cardin en vertelde hem dat ik chansons zing, violist ben en een beetje absurdistisch theater maak. Als theatermaker ben ik geïnspireerd door de Italiaanse/Franse traditie van de commedia dell’arte. Ik zie mijzelf als een soort hedendaagse Harlekijn, die zijn belevingen subjectief, op mijn manier dan, speelt. De heer Cardin vond het geheel niet avantgardistisch genoeg, ik paste niet zo in het beeld dat hij had van de artiesten die hij graag in zijn theater zag spelen. Toen de baron vertelde dat ik ook schilder, bekeek de heer Cardin mijn schilderijen en besloot dat ik toch mocht komen spelen. Het was de combinatie die de doorslag gaf.
Het schilderij ‘Rood’ heb ik gemaakt als dank voor de heer Cardin. In de tijd dat ik in het theater speelde hing het werk tussen de toegangsdeuren als een soort entree. Als je er voor staat heb je het gevoel dat je erin kunt. In die tijd besloot een kweker een roos naar mij te vernoemen en hij zette het theater vol met rozen. Dus de bezoekers liepen een geur in en daarna tegen het schilderij aan. Dan is het alles.
Het schilderen is een zegen, er is een soort rust voor nodig. Ik schilder al 18 jaar maar ben geen ambachtelijk geschoold schilder. Schilderen doe ik vooruit naar achteren, het klinkt een beetje abstract, het is een kreeftengang. Vooral tijdens het zingen en het schilderen heb ik het gevoel dat ik thuiskom, maar wat is thuis? Je kunt thuis zijn in een hotel, in een bar, het thuis dient zich aan. Thuis kan ook iemand zijn, of ergens waar je ineens het gevoel hebt dat je niet meer weg wilt. Het is een soort biologisch gegeven dat je je op een plek erg op je gemak kunt voelen door omstandigheden die je niet kunt definiëren. Het is een heerlijk gevoel moet ik zeggen. Van zingen en schilderen kan ik onvoorstelbaar gelukkig worden en een aantal mensen die het horen of zien worden er ook weer gelukkig van. Dat is geweldig.
Wat is het mooiste dat u ooit heeft meegemaakt?
Op een safari stond ik oog in oog met een grote baviaan. Midden in de wildernis trok ik mij even terug en ineens voelde ik dat er iemand naar mij keek. Die baviaan stond op zo’n 12 meter van mij af en het leek of hij glimlachte. Hij liep weg en keek nog eens om. Dat was zo ongelooflijk echt, zo mooi. Ineens ben je ‘onder elkaar’ met een baviaan. Hij leeft in een andere vrijheid, daar ritselt het.
Kunt u omschrijven waarom het belangrijk is te investeren in kunst en cultuur op het Arts Center?
Wel, het doodshemd heeft geen zakken, dus doe er mooie dingen mee. Een mooiere investering dan jongeren kan ik niet bedenken. Wij proberen in deze stichting mogelijkheden te tonen hoe je zaken in beweging kunt brengen, hoe je met dingen om kunt gaan. Maar het is ook belangrijk ervoor zorgen dat jonge mensen een wereld erven die schoon is, waar werk is, waar vrede is. Ik ben naast mijn professie een soort kinderrechtenactivist. Kinderen hebben recht op een schoon milieu, op onderwijs en gezondheidszorg. Wij moeten als volwassenen zorgen dat de kinderen die toekomst krijgen, zonder oorlog.
Wereldwijd is de afspraak gemaakt dat elk kind een zestigtal rechten heeft. Als kinderen deze rechten niet krijgen ligt de oorzaak bij ons volwassenen, omdat wij die rechten met voeten treden. Er zijn een aantal mensen van mening dat daar verstandige argumenten voor zijn, economische normen en waarden die zogenaamd reden geven om kinderen die rechten te ontzeggen, maar ze zijn erg onethisch. Dan denk ik, het zal jouw kind maar zijn…
Herman van Veen (1945) studeerde viool, zang en muziekpedagogie aan het Utrechts Conservatorium en is zanger, schilder, clown, cabaretier, regisseur, musicus, acteur, presentator en schrijver van liedjes, sprookjes en vertellingen. In 1965 maakte hij zijn theaterdebuut met het soloprogramma ‘Harlekijn’ (Niemands knecht, niemands baas).
Sindsdien reist hij met zijn voorstellingen de wereld rond. Van zijn hand verschenen honderdtachtig cd’s, een tachtigtal boeken en zo’n vijfhonderd schilderijen. In 1969 publiceerde hij zijn eerste bundel met verzen en verhalen en in 1979 kwam het eerste boekje over zijn geesteskind Alfred Jodocus Kwak uit. Deze boeken zijn inmiddels in 20 talen vertaald.
Hij is lid, bestuurslid en welwillendheids-ambassadeur voor Unicef Nederland. Daarnaast stichtte hij zelf enkele organisaties zoals Colombine, de Stichting Alfred Jodocus Kwak, de Stichting Roos en de Herman van Veen Foundation. Al deze organisaties vechten voor de rechten van het Kind. Sinds 2005 is hij ambassadeur voor de stichting Music in the Middle East.
Voor zowel zijn artistiek werk als zijn inzet voor projecten ten behoeve van vrede, veiligheid en verbondenheid is hij talloze malen onderscheiden. Hij is onder andere drager van het Verdienstkreuz am Band des Verdienstordens der Bundesrepublik Deutschland, Ridder in de Orde van Oranje Nassau, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en hij heeft een Eredoctoraat aan de Vrije Universiteit Brussel.
Herman is getrouwd met danseres Gaëtane Bouchez en woont in Soest Hij is vader van vier kinderen en van de weeseend Alfred Jodocus Kwak en grootvader van drie kleinkinderen.
In het Herman van Veen Arts Center, gevestigd in het prachtige natuurgebied De Paltz, worden gratis voorstellingen en concerten georganiseerd in samenwerking met de firma Harlekijn. In de Villa zijn permanent exposities te bezoeken met werken van jonge en gerenommeerde kunstenaars en van Herman van Veen zelf. Rondom de Villa vindt u ‘Het Witte Stenen Pad’ waar 35 witte stenen u leiden langs kunst, verrassingen, paddenstoelen, planten bloemen en bomen. 2 kilometer lang. Hier woont ook Alfred Jodocus Kwak.
Informatie omtrent optredens van Herman van Veen vindt u op de website www.hermanvanveen.com. Actuele informatie over de exposities, activiteiten, optredens en voorstellingen in het Herman van Veen Arts Center vindt u op de website: www.hermanvanveenartscenter.nl
14 februari 2020
Interview en tekst: Monique Bakker